Krijg tot 70% KORTING op merkkleding Heren broekenDames broeken * Profiteer nu!

‘Narcist’ of ‘hechtingsstijl’: we strooien soms te makkelijk met ‘therapie-termen’, volgens deze psychologen

psychologische termen therapie praat psychologen

Narcisme, ‘gaslighting’, trauma’s of hechtingsstijlen. Tegenwoordig zijn we behoorlijk op de hoogte van psychologische termen en jargon over mentale gezondheid. Wat goed is, maar soms is de interpretatie niet helemaal correct. En strooien we al snel met therapie-termen die we niet helemaal correct gebruiken, volgens deze psychologen.

Anno 2023 zijn we een stuk opener over onze mentale gesteldheid en rust er minder taboe op het bezoeken van een therapeut of psycholoog. Zo praten jongeren op social media-platformen als TikTok openlijk over hun mentale worstelingen. Maar daar schuilt ook een gevaar in. Ze spelen wellicht te snel voor psycholoog. En ook in alledaagse gesprekken met onze familie of vriendenkring schromen we niet om er hier een daar een therapie-term in te gooien.

Psychologen over overmatig gebruik ‘therapie-termen’

Psycholoog Susan Albers-Bowling vertelt aan het Amerikaanse Health dat ze de toegenomen ‘therapie-praat’ herkent. Ze benadrukt dat het goed is dat mensen interesse hebben in dit soort thema’s en zelf op onderzoek uitgaan. Maar er het kan volgens haar ook zo zijn dat mensen de termen verkeerd gebruiken. „Het zijn complexe en genuanceerde onderwerpen.”

Ook psycholoog Justin Puder beaamt dat. „Het kan schadelijk zijn wanneer iemand een andere persoon probeert te diagnosticeren op basis van een beperkt begrip van die aandoening.” Waarbij hij benadrukt dat mensen iemand bijvoorbeeld gemakkelijk het etiket ‘narcist’ opplakken. „Dit omdat iemand een ander gekwetst heeft of kwaad heeft gedaan. We moeten daar van weg blijven.”

‘Therapie-praat’ in verkeerde context

De deskundigen sommen een aantal termen op die volgens hen regelmatig in verkeerde context worden gebruikt.

1. Gaslighting

‘Gaslighting’ is een vorm van psychologische manipulatie. Vaak komt dit voor in gewelddadige relaties en het slachtoffer twijfelt regelmatig aan zijn of haar perceptie of realiteit. Albers-Bowling noemt als voorbeeld op dat een persoon zijn of haar partner ervan overtuigt dat een conflict hun schuld is.

Volgens Albers-Bowling verschuilen mensen zich tegenwoordig al snel achter de term ‘gaslighting’. Om op die manier hun eigen rol en zelfreflectie bij conflicten te vermijden. „Het is gemakkelijk om te zeggen: ‘Je houdt me voor de gek’ en geen verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen daden.”

2. Narcisme

Een narcistische persoonlijkheidsstoornis is een specifieke diagnose, volgens Puder. Narcisten staan bekend om hun ‘honger’ naar bewondering en gebrek aan empathie.

Maar, onder meer op social media, wordt bijna iedere vorm van onbeleefd of onaangenaam gedrag neergezet als narcistisch, volgens Puber. „Ik denk niet dat mensen begrijpen hoe langdurig en doordringend een patroon van narcistisch gedrag is.”

3. Grenzen

Albers-Bowling benadrukt dat het stellen van grenzen belangrijk is voor een mens. Bijvoorbeeld over wat je wel en niet wilt in een relatie. Maar de psycholoog benadrukt dat er bij het ‘stellen van grenzen’ tegenwoordig vaak iets ontbreekt. „Dat is wanneer je alleen een grens stelt die rekening houdt met jezelf”, aldus Albers-Bowling. Volgens haar is gezonde communicatie belangrijk in relaties en kan het geforceerd stellen van grenzen, resulteren in egocentrisme.

4. Trauma

Het woord trauma is inmiddels een sociaal geaccepteerd begrip. Maar ook hierin wordt de term trauma volgens Albers-Bowling niet altijd juist gebruikt. Sommige mensen zijn te gefixeerd op hun ‘trauma’s’. „Een deel van het ‘trauma’, waar mensen naar verwijzen, is vaak een normale ervaring.” Daarbij zijn we geneigd om normale ervaringen als ‘traumatisch’ te bestempelen. Daardoor wordt het ook moeilijker om dingen te verwerken. De psycholoog benadrukt dan ook dat het raadzaam is om met een professional te praten als je in een moeilijke periode zit of iets meemaakt dat impact heeft.

5. Hechtingsstijlen

Het psychologische idee achter de zogenoemde hechtingsstijlen, is dat de relatie met jouw ouders of verzorgers bepaalt hoe je later omgaat met anderen. Volgens Albers-Bowling kan het verhelderend zijn om te weten wat voor soort hechtingsstijl je hebt. Dit kan je onder meer helpen bij relationele uitdagingen. De psycholoog legt uit dat hechtingstijlen inzicht geven in jouw date-leven, relaties of rol als ouder.

Maar een hechtingsstijl bepaalt volgens Albers-Bowling niet altijd iemands gedrag. „Sommige mensen gebruiken hun hechtingsstijl om bepaald gedrag goed te praten. Waarbij het gebruikt wordt als een excuus.” Ze geeft een voorbeeld: „Ik heb een angstige hechtingsstijl en daarom ghost ik mensen.” Waarna ze toelicht dat de angstige hechtingstijl niet als reden hoeft te dienen voor het ‘ghosten’.

5. OCD, oftewel obsessieve-compulsieve stoornis

Een dwangstoornis is een medische diagnose, volgens Puder. Deze aandoening zorgt ervoor dat een persoon oncontroleerbare, terugkerende gedachten en gedragingen heeft.

Maar Puder benadrukt dat veel mensen, net zoals bij narcisme, inmiddels zichzelf of anderen gemakkelijk het etiket ‘OCD’ opplakken. Een daadwerkelijke diagnose kregen ze volgens hem meestal niet. Daarnaast kan het onnodig gebruiken van de term mensen die daadwerkelijk een dwangstoornis hebben, stigmatiseren.

6. ‘Self-care’

Volgens Albers-Bowling is ‘self-care’ niks nieuws. „Waarbij je voor je eigen basisbehoeften zorgt. Zoals genoeg slaap, water en dat je aandacht besteedt aan wat je nodig hebt.”

Maar de psycholoog legt uit dat de jongere generatie, veelal op social media, de term ‘self-care’ in een andere context gebruikt. Het woord heeft inmiddels een imago gekregen van prijzige spa dagen of gezondheidsbehandelingen. „Waarvoor je geld, tijd en energie moet hebben.” Volgens Albers-Bowling zijn deze privileges niet voor iedereen beschikbaar. Zij benadrukt dat psychologen en therapeuten de term ‘self-care’ gebruiken om vast te stellen wat iemands basisbehoeften zijn.

Vragen naar psychologische stempels

Overigens denkt Albers-Bowling dat mensen deze therapie-termen vaak niet gebruiken vanuit verkeerde intenties.  „Mocht iemand veelvuldig psychologische termen opgooien, kan het zo zijn dat zij zelf therapie ondergaan. En zij bezig zijn met verwerking.” Maar opheldering vragen over bepaalde psychologische stempels of diagnoses, kan geen kwaad volgens Puder. „Je kunt vragen: ‘Hoe definieer jij een narcist?’ of ‘wat bedoel je met hechtingsstijl?’” Iets dat Albers-Bowling ook in haar eigen praktijk toepast. „Soms zijn onze definities heel erg verschillend van elkaar.”

Deze plezierige activiteit houdt je brein fit: ‘Alle ouderen moeten dit doen’

Share this post