Tropisch weekend in aantocht: fabels en feiten over zonnebrandcrème
Wie bruin wil zijn, moet zonnebaden. Tenminste; als je bruin wil worden van de zon. Zonnebaden wordt sowieso niet aangeraden, maar mocht je deze warme dagen in de zon gaan liggen (of naar buiten gaan) dan is het belangrijk dat je je goed insmeert. Maar wat moet je nou wel en niet doen met zonnebrandcrème?
We kunnen het belang van goed smeren niet genoeg benadrukken. Helemaal nu ons een tropisch weekend te wachten staat. Maar als je je insmeert, word je dan wel bruin? Kun je gewoon een zonnebrandcrème in het buitenland kopen, of kan het dan zomaar dat je troep koopt? Metro sprak eerder met dermatoloog Nicole Kukutsch van het Huidkanker Centrum van het LUMC (Leids Universitair Medisch Centrum) en Raad van Advieslid van Stichting Melanoom. Zij zette de fabels en feiten voor je op een rijtje. Tijd om die even te herhalen!
Fabels en feiten over zonnebrandcrème
1. Als je een donkere huid hebt, hoef je je niet in te smeren
Niet waar, meent Kukutsch. „Als je een donkere huid hebt, maak je minder kans op huidkanker. Dat wil zeggen: als je huidtype 4 of donkerder hebt, normaal niet verbrandt en altijd bruin wordt. Om huidkanker hoef je je dan minder zorgen te maken, maar ook met zo’n huid veroudert je huid sneller als je veel in de zon bent.
„Als je een getinte huid hebt, wel makkelijk bruin wordt, maar bij sterke UV-straling toch verbrandt (zoals veel mensen uit mediterrane gebieden), dan maak je wel degelijk kans op zowel huidkanker als op huidveroudering. Ook omdat de hoeveelheid zonlicht waar je in mediterrane gebieden aan wordt blootgesteld vaak heel hoog ligt.”
„Als je een donkere huid hebt is het dus alsnog zinvol om je in te smeren. Vooral als je huidveroudering zoals rimpelvorming en onregelmatige pigmentvlekken wilt tegengaan. Gelukkig zien we dat veel mensen ook doen. Let er wel op dat je voldoende vitamine D opneemt, desnoods met een extra tabletje. Vitamine D wordt met name in de huid door UV-B aangemaakt en mensen met een donkere huid en extra sunblock kunnen een vitamine D-tekort oplopen.”
2. Factor 50 is onzin en bestaat niet
Fabel, zegt Kukutsch. „Wat wel zo is, is dat het verschil tussen factor 30 en factor 50 niet heel groot is. Factor 30 beschermt – als je goed smeert – al voor 95 procent tegen de zon. Echter is het dan wel de kunst dat je écht goed smeert en in feite smeer je eigenlijk nooit de juiste hoeveelheid. Als je een hogere factor smeert, heb je daar uiteindelijk meer profijt van, omdat die factor dus extra goed beschermt. Verbrand je snel, dan is het dus geen overbodige luxe om factor 50 te smeren op de plekken waar je snel verbrandt.”
3. Als je je insmeert word je minder (of niet) bruin.
„Dat is waar, want het bruin worden gebeurt omdat de huid in aanraking komt met UVA en UVB-licht. Zonnebrand blokkeert echter nooit 100 procent het zonlicht, tenzij je je insmeert met zinkpasta of iets dergelijks. Je wordt dus altijd wel een beetje bruin, simpelweg omdat je eigenlijk nooit consequent genoeg smeert. Wat voldoende zou zijn? Om de twee uur smeren, telkens herhalen en als je in het water bent geweest of hebt lopen zweten, direct weer insmeren. Onmogelijk dus eigenlijk, want wie in de zon ligt, zweet. En bij het zweten gaat de zonnebrand al van je lichaam af…”
4. Als ik mij maar goed genoeg insmeer, kan ik uren liggen bakken.
Kukutsch: „Absoluut een fabel. Als we teruggaan naar het vorige punt: je smeert eigenlijk nooit consequent genoeg en daarbij heeft zonnebrandcrème ook geen oneindig effect. Je kunt niet eindeloos gaan zonnebaden. Als je je insmeert met bijvoorbeeld factor 30 terwijl je normaal onbeschermd – zonder rood te worden – 10 minuten in de zon kunt blijven, kun je dus ongeveer 30 x 10= 300 minuten beschermd in de zon verblijven.”
„Het werkt echter niet zo dat je dan nóg een keer smeert en wéér 300 minuten beschermd in de zon kunt zitten. Er komt namelijk altijd een beetje UV door de zonnebrandcrème heen en dat is na die periode dan gewoon een te grote hoeveelheid. Dan zou je dus eigenlijk een shirt aan moeten doen of de schaduw moten opzoeken. En trouwens: liggen bakken is wat mij betreft ook gewoon heel erg uit te de mode.”
5. Zonnebrandcrème in het buitenland is vaak niet goed of nep.
Volgens Kukutsch ligt het er heel erg aan waar in het buitenland je bent. „Binnen de Europese Unie is er bijvoorbeeld een norm wat betreft zonnebrandcrème waar iedere producent zich aan moet houden. In Spanje heb je dus dezelfde producten als hier. En in landen als Australië, Japan en de VS merk je dat de standaarden net zo streng zijn”, aldus Kukutsch. Ze wijst er overigens wel op dat het niet slim is zonnebrandcrème te kopen bij een krakkemikkig kraampje ergens in de middle of nowhere. „Dan weet je ook niet wat voor producten het zijn”
6. Zonnebrandcrème kan bederven
Dat is een feit, zegt Kukutsch. „Zonnebrandcrème heeft natuurlijk niet voor niets een houdbaarheidsdatum. Daarna gaat het gewoon minder goed werken. Vaak kun je de zonnebescherming ongeveer een jaar gebruiken, soms kan dat minder zijn. Wat je bijvoorbeeld niet moet doen is de zonnebescherming in de auto leggen als het heel warm wordt, of in de felle zon als je op het strand bent. Probeer altijd om het flesje in de schaduw op te bergen.”
7. Als ik mij goed insmeer, kan ik geen huidkanker krijgen
Dat is volgens Kukutsch een fabeltje; „Maar met goed insmeren verminder je wél het risico op huidkanker. Echter moet het dan wel écht goed gebeuren. Wat veel tegenstanders van zonnebrandcrème als argument gebruiken is dat de zonnebescherming wordt misbruikt om langer in de zon te mogen zitten, wat we net bespraken. Dan ben je niet voldoende beschermd, verbrand je of krijg je te veel UV binnen en dan wordt het risico op huidkanker juist weer vergroot.”
Waar alle misverstanden over zonnebrand vandaan komen en het feit dat veel mensen toch nog graag (onbeschermd) in de zon liggen, begrijpt Kukutsch wel. „De zon voelt heel prettig en fijn. Het risico op huidkanker en huidveroudering zijn dan een beetje een abstract iets, omdat het pas jaren later gaat spelen. Je moet je eigenlijk nu beschermen, om op latere leeftijd niet ziek te worden en/of vol rimpels te zitten. Als je bent verbrand, loop je al een hoger risico.”
Hoe jonger, hoe erger
„Preventie is slecht in mensen hun hoofd te krijgen”, vervolgt Kukutsch. „Dat is jammer, omdat elke keer dat je verbrandt door de zon erg is. Hoe jonger het gebeurt, hoe erger het effect kan zijn als je ouder bent. Daarom is het ook zo belangrijk om je kinderen goed te beschermen. Daarbij komt het gevoel dat – omdat het mode is – het gezond is om bruin te zijn. Wie bruin is, ziet er ‘beter uit’ volgens onze norm. Maar naar mijn mening moet iedereen gewoon blij zijn met zijn of haar eigen huidskleur. En nog een voordeel: je hoeft later niet te botoxen als je nú je zonnebrand erbij pakt!”