Dilemma: ‘Moet ik mijn baan opzeggen en eigen baas worden?’
Zit jij met een prangende kwestie en wil je graag de mening van een ander horen? Metro deelt iedere week het dilemma van een lezer. Deze week: Dwight (34), die twijfelt of hij zijn baan moet opzeggen om te gaan ondernemen.
Dwight: „Vorig jaar werd er door mijn baas nog uitgebreid stilgestaan bij mijn tienjarige werkjubileum. Ik kreeg bloemen, een cadeaubon en we gingen met het hele team uiteten. Hartstikke fijn en leuk natuurlijk, om zo gewaardeerd te worden. Ik werk als accountant bij een groot bedrijf, waar ik ruim tien jaar geleden – ik kwam vers van de opleiding – werd binnengehaald door een recruiter. Ik ben goed in mijn werk, heb leuke collega’s, maar toch knaagt het de laatste tijd.
Minder energie
Ik merk gewoon dat ik met minder plezier naar mijn werk ga. Ik doe weliswaar mijn ding, en ik doe het ook goed – ik krijg namelijk nooit klachten van mijn collega’s of mijn baas. Toch lijkt het alsof ik mijn piek heb bereikt. Het werk geeft me minder energie dan voorheen, maakt me zelfs een beetje futloos – thuis kan ik na een dag alleen maar op de bank liggen. Moet je niet gewoon op zoek naar een andere baan, zei mijn vrouw laatst tegen me. Daar heb ik over nagedacht, maar dat houdt me dan weer een beetje tegen. Mijn werk geeft ons namelijk wel financiële zekerheid en ik heb in die tien jaar tijd ook een prettig salaris opgebouwd. Kijk ik naar vergelijkbare functies, dan ga ik er qua inkomsten behoorlijk op achteruit. En dat voor hetzélfde werk. Dan kan ik dus net zo goed blijven zitten waar ik zit.
Sprong naar het ondernemerschap
Tot mijn broer me laatst vertelde dat hij voor zichzelf ging beginnen. Een totaal andere branche, hij zit in de zonnepanelen, maar zijn verhaal intrigeerde me. Eigen baas zijn, werk aannemen dat ík leuk vind – in plaats van de soms verplichte nummers die bij mijn baan horen – en zelf je werktijden kunnen indelen… het lijkt me een enorm gevoel van vrijheid geven. Dat wakkert een nieuw soort enthousiasme in me aan: zal ik óók de sprong wagen? Alleen kom ik dan ook weer terug op die financiën, want welke zekerheid heb ik? Allereerst moet ik maar hopen dat klanten me weten te vinden – ik ben niet de enige accountant in Nederland – en moet ik ook nog eens voldoende werk vinden om een inkomen te genereren. Ik heb een koophuis, vaste lasten, mijn vrouw en ik dromen van een gezin, dus wat als dit werkavontuur anders uitpakt dan gewenst?
Dilemma: ontslag nemen of niet?
Mijn vrouw denkt er simpeler over dan ik en vind dat ik de sprong gewoon moet wagen. Maar dat vind ik dus makkelijker gezegd dan gedaan. Zij is weliswaar in loondienst – dat biedt nog wat zekerheid, maar we kunnen niet op één salaris teren. Iedere avond denk ik weer aan dit dilemma en weeg ik de voor- en nadelen af, maar ik kom er gewoon niet uit. Moet ik de sprong wagen, of moet ik me gedeisd houden en blijven zitten waar ik zit? Is het überhaupt slim om te gaan ondernemen, in deze tijd? Ik ben wat dat betreft erg benieuwd naar de mening van anderen – en hoop dat de tips me wat zullen helpen.”
Wat vind jij dat Roelof moet doen? Reageer op onze Facebook-pagina! De reacties worden dan volgende week gepubliceerd.
Vorige week
Vorige week gaven Metro-lezers advies aan Esmee (37), die twijfelt of ze mee moet gaan in de wens van haar jarige zoontje: een Huggy Wuggy-traktatie.
Madelon zegt: „Je kan het doen, maar als je nou weet dat misschien de helft van de mama’s het niet oké vindt voor hun kind, dan kan je dus verwachten dat het in de prullenbak belandt thuis. Zonde van het geld, en sneu voor het kind dat het misschien wel leuk vond.”
Thirza vindt: „Maar een kind van zes valt toch prima uit te leggen dat het te eng is voor andere kinderen en dat het afwijzen van het idee niet om hemzelf gaat?”
Anuschka is resoluut: „Verdiep je eens in de achtergrond van Huggy Wuggy, dan zou je je kind er überhaupt niet mee laten spelen.”
Kim denkt er anders over: „Schei uit hoor, gewoon doen! Die pamper generatie van tegenwoordig. Vroeger hadden we Chucky, heb ik ook niks aan overgehouden. De ouders die het niks vinden gooien het maar weg of geven het terug. Je kan het toch nooit goed doen, zolang je kind het maar leuk vindt.”